Ieder mens is deel van een groter geheel, maar hoe maak je dat als schrijver voelbaar? Daarop heeft Juan Gómez Bárcena een veelomvattend en radicaal antwoord: hij schreef een roman over – alles. Het leven, van het prilste begin tot nu, op één plek.
Het dorp van de herinneringen speelt zich af in Toñanes, een gehucht in Noordwest Spanje. Er staat een handjevol huizen, er loopt een weg doorheen; veel meer is het niet. Maar meer heeft Gómez Bárcena ook niet nodig; dit nietige stukje van de wereld is groot genoeg voor elke mogelijke gebeurtenis, elke mogelijke emotie.
Stromende tijd
Om ‘alles’ te vertellen, heeft Gómez Bárcena een bijzondere vorm gevonden: hij danst met jaartallen in de kantlijn door de tijd heen. Dat klinkt misschien gekunsteld, maar het effect is echt fantastisch. Het geeft een besef van eeuwigheid dat ik nog nooit in een andere roman zo heb ervaren. Gómez Bárcena laat in sommige passages de tijd langs één thema stromen, zoals:
[2020] Vier oudjes met mondkapjes op het bankje bij Pico de la Molina, Ze willen elkaar wel aanraken, maar doen dat niet – voor alle zekerheid. [1603] Vier pelgrims die over de hoofdweg lopen, hun monden en neuzen bedekt met doeken. Ze zijn op weg naar de San Roque-kapel in Cildá om de heilige te vragen dit gebied te verlossen van de giftige pest: ze zullen het heiligenbeeld aanraken en zelfs kussen, maar ook zij raken elkaar niet aan. [1997] Een kringetje kinderen met in het midden Pablito, die de Alcatel-telefoon van zijn vader laat zien: de eerste mobiele telefoon van Toñanes. Ho, ho, alleen kijken, niet aanraken. [2013] Een toeristenstelletje dat ruziemaakt bij de molen van Bolao. Raak me niet aan, schreeuwt zij; waag het niet om me aan te raken. Hij raakt haar niet aan. [1780] Het is niet zij maar Bernarda de Rivero die de klap krijgt: de vlakke hand van haar man tegen haar gezicht, en Bernarda’s lichaam dat op de houten vloer belandt.
Het is een genot om deze dansende en stromende passages te lezen en zo met de associaties van de schrijver mee te buitelen door de tijd. In het fragment dat ik hierboven citeer zitten kleine verhalen verstopt, op andere momenten zijn het niet meer dan impressies, die soms zelfs binnen één zin met zevenmijlslaarzen door de eeuwen stappen:
[1947/ -13.599/ 1947] Regen die neervalt op paarden, bizons, tractors.
Het is de moeite waard om je niet door die grote sprongen te laten opjagen, maar om met rustige aandacht te blijven lezen. Dan ontdek je hoe knap de passages gecomponeerd zijn, hoeveel subtiele doorgaande verhaallijnen en levendige sfeerbeelden erin verscholen zitten.
Leven naast andere levens
Regelmatig vertraagt de schrijver. Dan zoomt hij in op enkele mensenlevens, waar hij meerdere malen naar terugkeert. Zo is er een pastoor die geobsedeerd raakt door fossiele schelpen in 1713, een echtpaar dat een kindje verliest in 1880, en een man die per se een stukje grond in zijn bezit wil krijgen in 1777 en vele jaren daarna. Ook is er een ontwapenend portret van een nadenkend jongetje met een fascinatie voor dinosaurussen in de jaren tachtig. Hij hoort er niet helemaal bij in het dorp, is er alleen tijdens vakanties en in weekenden. Toch ontwikkelt hij een diepe liefde voor deze plek, en gaat op onderzoek uit naar de verhalen die zich hier hebben afgespeeld. Het is, inderdaad, Gómez Bárcena zelf. Wat een mooie manier om autofictie te schrijven: je eigen leven naast andere levens plaatsen, als bescheiden onderdeel van de grote stroom van de geschiedenis.
Milde blik
De bedachtzame historicus Gómez Bárcena wil de lezer laten meevoelen met de kleine, onopgemerkte levens in de geschiedenis. Hij diept lang vergeten namen op uit archieven en blaast ze tot leven. Begripvolle vriendelijkheid is daarbij zijn grondtoon. Op sommige momenten vond ik zijn prettig milde blik iets naar zoetsappig doorslaan, maar hij kan ook scherp uithalen, zoals wanneer hij het beeld schetst van een vrouw die stenen ‘als bloemen’ in haar schort verzamelt om naar langstrekkende zigeuners te smijten. Hij laat zien dat haat en liefde, dood en leven, behoudzucht en vernieuwing, hardvochtigheid en compassie altijd, in alle tijden, naast elkaar bestaan.
Circulaire tijd
In een interview vertelt Gómez Bárcena wat tijd voor zijn gevoel is: ‘eerder circulair dan lineair, met zich steeds herhalende gebeurtenissen, ideeën en gevoelens’*. Dat hij een vorm heeft gevonden om dat gevoel op anderen over te brengen, is indrukwekkend. Voor mij klonken in de circulaire compositie twee boodschappen door: elk leven is de moeite waard, en tegelijkertijd zijn we allemaal niets meer dan een schakeltje in het grote weefsel van de mensheid. Als je samen met Gómez Bárcena door de tijd suist, lijkt individualisme al snel iets volkomen absurds; we bestaan alleen in en met anderen. Een mooie gedachte in deze tijd.
Lo demás es aire verscheen in 2022 en werd een jaar later als Het dorp van de herinneringen uit het Spaans vertaald door Nadia Ramer
* Het Parool, 30 december 2023