Jane Austen! Bij haar legendarische naam denken talloze lezers meteen aan de romantische verhoudingen waar generaties bij hebben weggedroomd, aan Mr. Darcy en Elizabeth Bennet, Elinor Dashwood en Edward Ferrars. Hoe Jane Austen de romantische complicaties van die lieve mensen tot een goed einde brengt is mooi. Toch is Austen wat mij betreft vooral indrukwekkend om haar sociale commentaar, in het bijzonder haar scherpe pen als het gaat om het huwelijk als economische transactie.
Dit is de man waar Lady Elliot in Persuasion zich aan heeft verbonden:
Vanity was the beginning and the end of Sir Walter Elliot’s character; vanity of person and of situation. He had been remarkably handsome in his youth; and, at fifty-four, was still a very fine man. Few women could think more of their personal appearance than he did; nor could the valet of any new made lord be more delighted with the place he held in society. He considered the blessing of beauty only inferior to the blessing of a baronetcy; and the Sir Walter Elliot, who united these gifts, was the object of his warmest respect and devotion.
Met humor als wapen beschrijft Jane Austen de ijdelheid van Sir Walter Elliot. Vooral het ‘delighted with the place he held in society’ roept eerder het beeld op van een klein jochie dan van een man van 54, en het is natuurlijk precies de kinderachtigheid van narcisme waar Austen hier de draak mee steekt. Voor Nederlandse lezers is het makkelijk om nog een subtiel grapje te missen: een baronetcy is een lage, niet adellijke titel, waar flink voor betaald moest worden. Dat maakt de buitensporige trots van Sir Walter Elliot nog pompeuzer. Na deze geestige passage verschuiven we onze blik naar de vrouw aan de zijde van de baronet:
His good looks and his rank had one fair claim on his attachment; since to them he must have owed a wife of very superior character to any thing deserved by his own. Lady Elliot had been an excellent woman, sensible and amiable; whose judgment and conduct, if they might be pardoned the youthful infatuation which made her Lady Elliot, had never required indulgence afterwards.
De toon is nog even lichtvoetig en zwierig, het is een plezier om te lezen, en toch wordt hier iets ernstigs gezegd: de keuze van Lady Elliot voor haar echtgenoot is een jeugdige bevlieging – gebaseerd op uiterlijk en status. Uit deze vergissing is het volgende leven voortgekomen:
– She had humoured, or softened, or concealed his failings, and promoted his real respectability for seventeen years; and though not the very happiest being in the world herself, had found enough in her duties, her friends, and her children, to attach to her life, and make it no matter of indifference to her when she was called on to quit them.
Na alle grapjes in de vorige alinea’s komt dit ineens heel hard aan. ‘Not the very happiest being in the world’ herkennen we meteen als een understatement voor een ongelukkig huwelijk. En dat ze hem in zijn tekortkomingen is tegemoet gekomen, dat ze deze heeft afgezwakt en verborgen…alleen al die opsomming en de routine die daaruit spreekt, geeft weer hoeveel tekortkomingen er geweest moeten zijn. Ze houdt van haar leven óndanks hem, niet dankzij hem. Dat ze het spijtig vindt om te sterven heeft alles te maken met haar verantwoordelijkheden, haar vrienden, en haar kinderen (merkwaardig genoeg in die volgorde) – en niets met haar man.
Ik denk dat vooral de nuchterheid waarmee Austen dit huwelijk beschrijft voor hedendaagse ogen schokkend is. In een tijd waarin scheiden een vanzelfsprekend recht is, is het moeilijk voor te stellen dat zo’n slimme, sympathieke vrouw haar leven lang doorbrengt met een mislukte narcist. Dat haar dochter in de rest van de roman vervolgens flink wat obstakels moet overwinnen voordat ze wél een gelukkig huwelijk sluit, verbaast ons niets. Persuasion is verschenen in 1818. Lichtjaren verwijderd van onze tijd. Maar het huwelijk als economische transactie was niet na het verschijnen van dit meesterwerk plotseling van de kaart geveegd. Geen rijen lezers die zich voor de kop sloegen en zeiden: ‘daar moeten we eens wat aan doen’. Edith Wharton schreef in 1905, bijna honderd jaar later, dit:
Miss Van Osburgh was a large girl with flat surfaces and no high lights: Jack Stepney had once said that she was as reliable as roast mutton. His own taste was in the line of less solid and more highly-seasoned diet; but hunger makes any fare palatable, and there had been times when Mr. Stepney had been reduced to a crust.
Lily considered with interest the expressions on their faces: the girl’s turned toward her companion’s like an empty plate held up to be filled, while the man lounging at her side already betrayed the encroaching boredom which would presently crack the thin veneer of his smile.
In The House of Mirth is Edith Wharton oneindig veel scherper dan Jane Austen. Geen milde spot, maar snoeiharde grappen. Miss van Osburgh en Mr. Stepney, die er allebei niet al te best vanaf komen, overwegen met elkaar te trouwen. Dat we meekijken door de ogen van Lily, die zelf haar lucratieve slag hoopt te slaan op de huwelijksmarkt, is veelzeggend. Lily ontdoet het vinden van een huwelijkspartner stelselmatig van alle romantiek. Tot twee keer toe gebruikt ze voor Miss Van Osburgh een metafoor voor eten: ze is ‘reliable as roast mutton’ en ze houdt haar gezicht ‘like an empty plate held up to be filled’. De vrouw als voeding voor de man, klaar om geconsumeerd te worden. De man die daar op rekent, de vrouw die zich ernaar gedraagt. Een veel cynischer oordeel dan dit over het huwelijk ben ik in de literatuur nog niet tegengekomen.
Bijna honderd jaar na Persuasion. De inzet is nog altijd dezelfde, maar de toon is veranderd. Als Jane Austen dit onderwerp niet bespreekbaar had gemaakt, hadden Edith Wharton en andere auteurs van haar generatie niet deze volgende stap kunnen zetten. En als die stap niet was gezet, had de lichting feministische schrijvers die daarna volgde geen grond gehad om op te staan. Het een volgt op het ander. En aan die lange rij auteurs die hun gedachten hebben durven uitspreken, hebben wij mede te danken dat een huwelijk in ieder geval in onze westerse wereld niet meer op de eerste plaats een transactie is, waarbij een vrouw zichzelf als een stuk vlees verkoopt.